Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heere [zeide] tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal [aldaar] gezegd worden, [11]wat gij doen moet. 11. Namelijk om uw gezicht wederom te krijgen en voor een discipel gehouden te worden, gelijk vs.17 verklaard wordt. Want anderszins, wat zijn leer en apostelschap aangaat, die heeft hij noch van mensen, noch door mensen; Gal.1:1,12.